Historie Grote Markt te Groningen

Vanouds komen de belangrijkste straten van de stad uit op de Grote Markt. De Markt, dan nog Brede Merckt zou deze verbindingsfunctie al zeer vroeg, in de achtste eeuw, hebben verkregen. Rond 1200 zou de Markt voor het eerst bestraat zijn. Sinds 1310, mogelijk al vanaf 1255, staat op de Markt een stenen raadhuis (met de voorgevel aan de noordzijde). Het werd in 1443 uitgebreid. Het raad- en (vanaf 1470) wijnhuis, diende ook als rechthuis (1625 - 1755) en als waag (tot 1617). Het werd ooit bekroond met een eibernest. Raad- en wijnhuis zijn wegens bouwvalligheid afgebroken in 1775 en vervangen door het huidige stadhuis (eerste steen 1796, door bouwkundige problemen, de 'ongunst der tijden' en periodiek geldgebrek eerst in gebruik genomen 1806, geheel gereed 1810). In 1873 is de oorspronkelijk nog open westelijke gevel dichtgebouwd. Op het fronton het zgn. 'vaantje van Scholten', een geschenk van de gelijknamige familie, bewoners van het tot 1945 tegenover het stadhuis gelegen Scholtenhuis. Aan de voorzijde van het Stadhuis is een gedenkplaat aangebracht ter gelegenheid van de Bevrijding in 1945.

Riepen, afgescheiden paden langs de huizen, dateren uit 1665. Van 1669 - 1870 werden ze gemarkeerd door paaltjes; sinds laatstgenoemd jaar zijn er trotoirs. Delen van de Grote Markt waren bekend onder een eigen naam: de Korenriepe (oostzijde), het Koornplein (aangelegd in 1680, de huidige 'ster'), de Glène riepe (noordzijde, de zonnige kant), de Vogelmarkt (noord-westzijde), de Slagtersriepe (zuidzijde bij de Doelen), de Botermarkt (tussen Gelkinge- en Herestraat). De bestrating van de ster is aangebracht in 1932. In de bestrating een windroos, ter herinnering aan een soortgelijke windroos ten noorden van het oude stadhuis, zoals te zien op de bekende kaarten van Haubois (rond 1635). Het middelpunt van de windroos wordt momenteel gevormd door een steen met de tekst '5 mei 1995, 60 jaar Bevrijding; 1000 jaar in vrijheid verder, 2995'. De rode steentjes zijn aangebracht in 1996. Van 1874 - 1995 behoorde het gebied aan de noordzijde tussen Waagstraat en Guldenstraat eveneeens tot het marktplein. Daarvoor, van 1660 - 1874, stonde er het Waaggebouw. Aan de voet van de Martinitoren stond van 1509 tot 1945 de 'Hoofdwacht', gebouwd als rechthuis voor het toenmalige nedergericht (vergelijkbaar met het tegenwoordige Kantongerecht), maar vanaf 1647 mede in gebruik als militaire wacht. Ervoor lag het 'Officierspleintje', met tot in de Franse tijd als openbare strafwerktuigen een kaak en (voor gestrafte militairen) een houten paard (met scherpe rand op de rug, zoals nog te zien in vesting Bourtange). Ook openbare terechtstellingen vonden op de Grote Markt plaats: de laatste in 1838 (Okke Geerts Kluin). Bij de bevrijding van Groningen, op zondag 15 april 1945, zijn de noord- en de oostzijde van het plein vrijwel geheel in vlammen opgegaan, deels door brandstichting vanwege Duitse troepen, deels door beschietingen van de Canadezen. De op de Grote Markt uitkomende straten kenden vanouds, om veiligheidsredenen, slechts een nauwe doorgang naar het plein. Met name de Oude Ebbingestraat (waar slechts een enkele tram kon passeren) is bij de wederopbouw aanmerkelijk ruimer geworden. Nog tot na Tweede Wereldoorlog is de Grote Markt beschouwd als een belangrijke verkeersrotonde. Pas op 19 september 1977, bij de invoering van het Verkeerscirculatieplan is de huidige situatie ontstaan.

Sinds 1995 wordt gesproken over de algehele reconstructie van de noordelijke en de oostelijk pleinwand. Dit zou in eerste aanleg gepaard hebben moeten gaan met de bouw van een ondergrondse parkeergarage. De bevolking van Groningen heeft die plannen in 2001 echter bij referendum in overgrote meerderheid verworpen, vooral vanwege het veronderstelde gevaar van de toegangsroute langs de Martinitoren ("Toor'n gait ja schaif stoan").

De Grote Markt was vanaf 1880 (eerste paardentram) tot 1992 het belangrijkste overstappunt voor het lokale openbaar vervoer. Tot 1926 aan de zuidzijde, daarna voornamelijk aan de noordzijde. Die functie is overgenomen door het centrale busstation bij het Hoofdstation.

Door de eeuwen heen is de Grote Markt het toneel voor alle feestelijke en pechtige gebeurtenissen in Groningen. Daaronder de viering van de 28e augustus ter herdenking van Groningens Ontzet in het rampjaar 1672. Een borstbeeld van Carl von Rabenhaupt staat sinds 1973 op de Markt.

De Grote Markt was voor de oorlog een van de fraaiste pleinen in Nederland. Het schilderij van Otto Eerelman toont de markt in zijn vroegere glorie. Tijdens de bevrijding van de stad, in april 1945, werden grote gedeelten van de West-, Noord- en Oostzijde vernietigd, of althans zwaar beschadigd. Na de oorlog werden hier gebouwen neergezet in de stijl van de wederopbouw. Aan de westzijde werd op de plaats van de vroegere Waagstraat ook een "nieuw stadhuis" van de architect Jo Vegter tegen het bestaande Stadhuis uit 1810 aangebouwd. In de jaren negentig werd dit stadhuis weer afgebroken om plaats te maken voor het huidige Waagstraatcomplex, ontworpen door de Italiaanse architect Adolfo Natalini. Bron: Wikipedia NL